dinsdag 19 november 2013

Rendementsanalyse Europese aandelen : enkelvoudige factor strategieën

Samenvatting en conclusie

Van enkele enkelvoudige factor strategieën is onderzocht of zij tot betere rendementen kunnen leiden dan het rendement van de index. 

Hiervoor zijn de gemiddelde gerealiseerde rendementen van de strategieën met de fundamentele factoren E/P, B/M, Div./p, ROE en de technische indicator 52w% change vergeleken met het ongewogen gemiddelde rendement van de aandelen in de Europese indexen DAX30, FTSE100, CAC40, BEL20 en de AESX. De AESX is een fictieve uit Nederlandse large-, mid- en small-caps samengestelde index. 

Het blijkt dat geen enkele van de onderzochte enkelvoudige factor strategieën tot dominantie leidt binnen elk van de indexen. De technische indicator scoort het beste totaal rendement voor de FTSE100 en de DAX30. De earnings yield E/P levert het beste rendement voor de AESX en tenslotte de B/M is de beste factor strategie voor de CAC40 en de BEL20. 


Verantwoording

De brongegevens zijn afkomstig van binck.nl en indien noodzakelijk aangevuld met gegevens uit de jaarverslagen van de betreffende ondernemingen. Zo ontbreken in de gegevens van Binck de omzetcijfers van de meeste financiële instellingen. In de samengestelde Nederlandse index zijn alleen fondsen met een marktkapitalisatie van minimaal 90 miljoen euro opgenomen. Pharming is verwijderd uit de index omdat zij significant afwijkende factor waarden laat zien. Fondsen die in 2013 nieuw genoteerd staan of verdwenen zijn van de beurs komen ook niet voor in de selectie.

De resultaten zijn doorgerekend met de slotkoersen van vrijdag 15 november j.l.


Aanpak

Voor elke index wordt per strategie het gemiddelde gerealiseerde rendement berekend van een mandje met 10 aandelen met de grootste factor waarden (H). Het totaal gerealiseerde rendement van een aandeel in 2013 wordt gedefinieerd als het totaal van het koersrendement en het ex-dividend bedrag in 2013. Dezelfde berekening vindt plaats voor een mandje met 10 aandelen met de kleinste factor waarden (L). De factor waarden zijn bepaald aan het begin van de periode in 2013. De rendementen B en W worden vervolgens vergeleken met het ongewogen gemiddelde van de gerealiseerde rendementen van alle aandelen in de index (M). 

Van de mandjes met aandelen wordt van de gerealiseerde rendementen de standaarddeviatie berekend als maatstaf voor het risico. Naarmate de rendementen meer verschillend van elkaar zijn is de onzekerheid van het resultaat groter.

Een strategie is slechts bruikbaar als hij voldoet aan een aantal voorwaarden, die in de volgende paragraaf beschreven staan.


Methodologie

Een strategie is geldig indien het aan de volgende voorwaarden voldoet :

  • het gemiddelde rendement in de portefeuille met de aandelen met de grootste factor waarden H moet groter zijn dan het gemiddelde rendement van de index M (overperformen), 
  • het gemiddelde rendement in de portefeuille met de aandelen met de kleinste factor waarden L moet kleiner zijn dan het gemiddelde rendement van de index M (onderperformen), 
  • de gemiddelde rendementen in de tussenliggende portefeuilles moeten een zekere lineariteit vertonen met het beste en slechtste rendement H resp. L, 
  • het gemiddelde rendement van de portefeuille met de beste aandelen heeft een lagere volatiliteit dan die in de portefeuille met de minste aandelen, en tenslotte, 
  • de strategie moet over minimaal 60%-70% van de jaren waarin zij getest wordt hetzelfde beeld geven. 

De laatste voorwaarde moet ik laten vallen omdat de hier uitgevoerde testen slechts over een periode van 1 jaar zijn uitgevoerd.


Resultaten
In het volgende schematische overzicht staan de gemiddelde rendementen van de beste strategieën per index. In totaal zijn 10 van de 25 denkbare index - strategie combinaties bruikbaar, omdat zij voldeden aan de eerder gestelde voorwaarden.

Achtereenvolgens : 

index strategie Hoog Midden Laag 

FTSE 52w% H M L : 46,5 22,9 7,2

DAX 52w% H M L : 22,2 16,9 6,4

Div/p H M L : 17,9 16,9 8,9 

CAC E/P H M L : 36,1 25,3 19,9

B/M H M L : 41,8 25,3 20,2

AESX E/P H M L : 27,8 23,8 22,8

ROE H M L : 25,8 23,8 20,7

Div/p H M L : 25,5 23,8 19,2

BEL20 B/M H M L : 27,6 17,5 7,4

Div/p H M L : 23,1 17,5 11,9


De AESX scoort voor de E/P strategie het best. Echter de beste score is nauwelijks beter dan de slechtste. En dat geldt bij deze index ook voor de Div/p en E/P strategie.

De BEL20 is het meest recalcitrant. Zij levert bij zowel de 52w% change als bij de E/P strategie bij de laagste scores voor de indicatoren het beste resultaat en bij de beste scores het slechtste resultaat. Dit zijn derhalve geen geldige strategieën (en ontbreken in het overzicht).

De enkelvoudige factor strategie 52w% change heeft de grootste toegevoegde waarde bij de FTSE. Hij levert over de gerealiseerde periode een extra rendement van 23,6% boven het gemiddelde rendement van de index. De TA-indicator levert ook binnen de DAX de meeste toegevoegde waarde, maar deze is beperkt (+5,3%). B/M levert voor zowel de CAC40 als de BEL20 extra rendement van 16,5% resp. 10,1%.

De conclusie is dat geen van de onderzochte enkelvoudige factoren dominant is voor alle indexen. Met verschillende factoren zijn extra rendementen te behalen binnen afzonderlijke indexen.

Dit is echter een vaststelling achteraf, met fundamentele waarden van eind 2012 en actuele rendementen in 2013. Er zijn geen betrouwbare voorspellingen te maken voor de toekomst omdat de strategieën niet getoetst zijn op het 60% meer-jaren criterium.